‹ overzicht

Ik stel voor Abe het voetballen te verbieden...

Maandag 03 mei 1948

Het moet me van het hart: Dat je je nu wel kunt gaan voorstellen „Amsterdam te doen", maar dat je dan in de eerste plaats je talen goed moet kennen, want er heeft een nieuwe invasie plaats gevonden. Van Belgen vooral, maar ook van Amerikanen en zo, die „ergens buiten de grenzen" Nederlandse guldens op de kop hebben getikt en daar een goede sier van maken, vooral in de bollenvelden. Enfin, niet kwaad worden. Hebben wij hetzelfde niet gedaan voor de oorlog!


 

Wat 'n vreemde wagens anders, zo met onze Zondagse benzine! Evengoed een hard gelag voor onze rijders. En dat ziende ben ik ook teruggekomen van mijn voornemen om voor te stellen Abe Lenstra maar het voetballen te verbieden, teneinde benzinebesparing te verkrijgen. „Zou iets in zitten" om met Buziau te spreken, want 't was een interland-drukte bij het Olympisch Stadion, Zaterdagavond, 'n Geweldig autopark. En dat alles om Abe.

Ja, hoge bomen vangen veel wind, maar Abe blijft er gelukkig „gewoon" onder en lepelt de bal even nonchalant als anders daar waar ie dat ding wil hebben....

Om Schiller met een kleine variatie te citeren: door Abe worden normale mensen lichtelijk hysterisch. Maar Abe blijft Abe. Hij weet, met Saurin, dat eer zelden tot rijkdom voert. Of je moet al de Ronde winnen. Dan krijg je tenminste een aardig prijsje in klinkende munt.

In gedachten zie ik daar al die kerels kilometer na kilometer verslinden, op jacht naar eer en guldens, maar velen zijn geroepen, weinigen slechts uitverkoren en velen zagen eer en „rijkdom" vervliegen in pfff, rook. En dan moet je honderden kilometers achter de rug hebben. Enfin, ze hebben Nederland kunnen bewonderen....

K.

Nieuwsblad van het Noorden, maandag 3 mei 1948