‹ overzicht
Vincere est vivere in de sport...
Maandag 15 januari 1951
Het moet me van het hart: Dat telkens opnieuw blijkt, dat verbeteringen misschien langzaam, maar toch zeker komen. Ook in Sappemeer. 'n Keurige inrichting is dat HSC-veld nu. En een groot verschil met dat wel knusse, maar toch wat erg „houterige" en bekrompen gevalletje van weleer. Niet, dat ik het daar, toen ik nog - o, gelukkige tijd! - zelf achter de bolle blaas huppelde, niet leuk vond. Daar niet van.
Maar als je nu die ruimte en die frisheid ziet, dan voel je toch, dat er een belangrijke stap voorwaarts gedaan is. Alleen is, misschien, de bouwer van de tribune iemand geweest, die een voorgevoel heeft gehad van wat komen ging en gedacht heeft: ze (de toeschouwers) behoeven niet alles te zien. Waarom hij de „zuilen" waarop het dak rust, maar als „sta-in-de-weg" plaatste. En dus zagen niet allen alles wat gebeuren ging. Tot die „allen" behoorden niet alleen het hoofd t.c.-lid, de heer Mulder uit Veendam - mistroostig het hoofd schuddend - districtssecretaris de heer De Boer, als een goed hoofd-der-school de HSC-nederlaag, psychologisch verklarend: „ze durven niet. Ze hebben geen zelfvertrouwen", maar ook die oude HSCgarde, dr Bos, Frey e.a. En deze was het, die met tranen in de ogen (van de kou!) terugdacht aan datzelfde oude knusse gevalletje dat toen zoveel triomfen heeft aanschouwd. En nu zitten zij op de tribune en hun nazaten in de perikelen. Nazaten, die van goede wille zijn, maar wier spel toch zo duidelijk demonstreerde, dat de eerste voorwaarde om anderen (Heerenveen) te beheersen is, zichzelf - in zijn enthousiasme - te beheersen, want met beleid brengt men nu eenmaal meer tot stand dan met geweld. Dat mogen voorzitter Tonny Albronda mét en Edzo Koerts zónder hoed, hun discipelen eens voorhouden. En hun, naar Seneca's woord, instampen, dat hij die voor zich zelve spelen wil, met zijn naaste moet spelen. En dan komen de overwinningen, die, zoals de Latinisten zeggen, leven betekenen. Vincere est vivere, al zal mijn vriend Van Swinderen zich wel ergeren, dat ik zoiets voor de sport „misbruik".
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 15 januari 1951