‹ overzicht
Geweld kan paleizen verwoesten, doch nog geen baggelhut opbouwen...
Maandag 19 februari 1951
Het moet me van het hart: Dat GVAV—Be Quick toch efgenlijk niet zó is geweest, dat zij, die beweren dat sport de massa biologeert, gelijk hebben gekregen. Nee, geen moment heb ik althans de indruk gekregen, dat de honderden in een soort „katzwijm" hebben gelegen. Of het moest al zijn van het gure weer. Zelfs de inspirerende kreten van H(et) L(astige) M(anneke) Bierman, noch de jodel van Barelds hebben GVAV kunnen uithalen boven het matige, waartoe de ploeg gisteren in staat bleek.
En in het Be Quick-kamp was men blijkbaar zo zeer in zich zelf gekeerd, dat er tijd noch animo overbleef om de Elf binnen de krijtlijnen tot die daden te animeren, die de zege zouden hebben kunnen bewerkstelligen. Daden, die nu uitbleven wat zowel de „Be Quick-Drees", De Vries, als de „Be Quick -Lieftinck", Hemmes, in droef gepeins deed neerzitten...
Toen trachtte men zich in het veld zelf maar wat op te monteren en steeds lustiger werd er getrapt. Vaak tegen een bal, soms ook tegen wat anders en alles om zich op te werken tot het geweld, dat succes moet brengen, maar in wezen paleizen kan verwoesten, doch nog geen baggelhut opbouwen. Zelfs al dat gesappel van Appel vermocht niet te helpen... Leuk zoals hij en Kammeyer elkaar uit pure vriendschap telkens weer enthousiaste duwtjes, trapjes gaven. Kleine geschenken onderhouden de vriendschap. Het was helemaal niet aardig van de scheidsrechter, dat hij zich er mee bemoeide. Stom ook, want als je vechtenden tracht te scheiden, keren ze zich tegen je zelf. En dus waren noch Appel noch Kammeyer erg op de arbiter gesteld. En deze meent het nog wel zo goed. Geeft van die charmante schouderklopjes, van die prettige omhelzingen... Echt de gemoedelijke pater familias, die in een derby op zijn plaats is... Hij was misschien de enige, die nog sfeer bracht, want hoe meer babbeltjes, hoe meer klopjes, hoe meer omhelzingen er volgden, hoe „darteler" de spelers werden. En hoe gekker er tegen de bal geschopt werd. Nu weet ik, mét Seneca, wel, dat wie met zachtheid beveelt, het best wordt gehoorzaamd, maar als op elke regel is ook hier een uitzondering: en laat die nu krek de wedstrijdsport zijn. En dus vonden wij, die daar in de knusse GVAV-huiskamer zaten - het salon mocht nieuw als het is, niet gebruikt worden, omdat die akelige voetbalmensen nooit hun voeten vegen - wat daar binnen de breedte - en lengte graden gebeurde, helemaal niet zo leuk. Maar enfin, een volgende keer amuseren we ons misschien weer beter. Hoop doet leven... En als dan ook de droogte nog terugkeert, zingen wij met elkaar: de happy days - van vroeger - are here again.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 19 februari 1951