‹ overzicht
Die dat goedkeurt is ook een schurk...
Maandag 12 maart 1951
Het moet me van het hart: Dat het spel, hetwelk „mij lust is en weelde", toch ook eigenaardige reacties kan veroorzaken. Neem het biljarten, een spel van zet en tegenzet, van liefkozende, welberekende „aaitjes", maar ook van forse, strategische stoten. En bij beide zit het publiek in rustige overpeinzing de loop der ballen te volgen.
Zo rustig, dat des heren Bakkers stem slechts nu en dan het gemurmureerder gebiologeerden met een krachtig „rustig, heren!" in stilte behoeft weg te drukken. Dat was de sfeer bij het biljartkampioenschap in Suisse. Stel daartegenover de emoties — luide emoties, wel te verstaan — bij de G.D.Z.-zwemwedstrijden. Emoties in de vorm van aanmoedigingen, welke de zwoele atmosfeer verbrijzelen en condenswater als een fijne regen doet neervallen. Dat was de sfeer in het Helperbad; fors en machtig. Neem dan de voetbalwedstrijden. G.R.C.—Emmen. Stille en gelaten toeschouwers, omdat zelfs Melati van Java hier niets te bewonderen zou hebben gevonden. Behoudens de onvolprezen entourage van ons Stadspark. Dus een na-winterse stilte met slechts een enkele dissonant. Het wegzenden van een toeschouwer, die de ergernis zijns harten wegspuide in de richting van de scheidsrechter. Ondankbaar, want dit „nuttig object" nam geen beslissing zonder verklarende tekst te geven. Volkomen in de sfeer, want er werd veel gepraat in deze ontmoeting. Het publiek werd er stil van. En tenslotte Be Quick—Velocitas. Met een verloop, dat sommige op voetbal-dopjes rennenden inspireerde tot een geweld, dat, als steeds veel minder uithaalt dan de rede. En alleen volkomen vreemden rond de lijnen als kemphanen tegenover elkaar doet staan en kwalificaties als: „die dat goedkeurt is ook een schurk" de voorjaarsdag doet vertroebelen. Alsof niet de macht over het eenmaal gesproken woord onherroepelijk verloren is. Ja, de mens is iets eigenaardigs. Ook, misschien wel vooral, in zijn reacties op sportwedstrijden.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, Maandag 12 maart 1951