‹ overzicht
Een best April mopje...
Maandag 02 april 1951
Het moet me van het hart: Dat van alle April-moppen ik die in Ooster- en Stadspark toch heus de best geslaagde heb gevonden. En wat zijn er een mensen ingelopen! Honderden, meneer! Maar de Groningers zijn fijne lui. Hebben het zonder meer „genomen" toen ze, inplaats van de beloofde eerste klassers, wat lui in voetbaltenue zagen rondhuppelen.
'k Moet er echter nadrukkelijk bij vertellen, dat ze - die lui bedoel ik - werkelijk zo nu en dan wel eens „echt" hebben gedaan... Wat weer niet wegneemt, dat het alles toch maar sombertjes was. En door het weer, èn door de duistere speelstijl, die, naar Charivarius zegt, eveneens duisterheid van brein moet verraden. Hetgeen ik natuurlijk veel erger vind. Oók bij de scheidsrechter, een „spreker" met fluit en handen. Fluitsolist, opgaande in zijn virtuositeit, ook daar, waar het bekende zwijgen het even bekende goud zou zijn geweest. Het was dus naar, érg naar. Zó naar en nat, dat zelfs de grootste animateurs van G. V. A. V. er het zwijgen toe deden - en dat zégt wat!- en alleen souffleur Bonsema, onder zijn chique pet uit, de zaak trachtte te redden door alsmaar voorzeggen. Hij wón tenminste. Hetgeen de Zwollenaar-op-detribune met zijn ware smeekbeden niet vermocht te bereiken. Tot zijn en der clubgenoten spijt. Naar verluidt is echter inmiddels de jonge Groninger rechtsbuiten uit zijn dommel ontwaakt en Zwolse Boys op de thuisreis tot de ontdekking gekomen, dat voetballen nog iets méér is dan hard trappen en snel lopen alléén. Zodat er hoop op beterschap is.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 2 april 1951