‹ overzicht
Het Nederlands elftal gaf mijn naar voetbal dorstende hart geen lafenis...
Maandag 29 oktober 1951
Het moet me van het hart: Dat ik Zaterdag voor het eerst heb begrepen waarom uit die beroemde song „Cool Water" altijd via prachtig kwelende stemmen zulk een heftig verlangen opklinkt. Ik heb nu „verstaan" wat het voor de cowboy moet zijn in de dorre prairie te zwerven zonder een dronk van het kostelijke nat.
Zo heb ik me immers eveneens gevoeld toen het Nederlandse elftal mijn naar voetbal dorstende hart geen lafenis gaf. Da's wreed en ik ben doodgewoon versmacht... Het gelijke spel interesseerde me niet meer, omdat volgens mijn snikkend uitgesproken mening de goede middelen, waarmede, volgens Dickens, alléén een goed doel: ware vertegenwoordiging van ons land, bereikt kan worden, ontbraken. Gelukkig, bij Be Quick-Ajax ben ik opgeknapt. Daar héb ik meer voetbalgenot beleefd, omdat twee ploegen speelden en in Rotje-Knor alleen Finland. Be Quick heeft verloren en da's natuurlijk jammer, maar hier was geen gebrek aan capaciteiten de oorzaak, maar het ontbreken van de derde strenge, die volgens Jacob Cats de kabel houdt. Zelfvertrouwen was er niet. Er werd te veel geaarzeld en zegt niet Schiller, dat wie al te lang over iets nadenkt, weinig tot stand zal brengen.' Er drukte Be Quick iets; haar hoge rang woog vreselijk zwaar en daardoor bleven de Groningers niet anders dan alleen maar leerlingen van die elegante trainer Lodensteyn. Nietzsche vond in zijn tijd reeds, dat men zijn leraar slecht beloont, door steeds zijn leerling te blijven. Het publiek wilde Be Quick wel ter overwinning drukken, maar vermorzelde alleen een afrastering. Een flinke deuk in het Be Quickhuis, maar niet zo erg als die in de Be Quick-kansen. Tenzij men bij de withemden zich Potgieters wijze raad ter harte neemt, dat zwarigheden prikkels moeten zijn en geen struikelblokken. Hetgeen ook die ballingen in ons land, die nationale TC-leden heten, zich tot devies mogen stellen. Dat is niet eenvoudig, want.... het publiek is moeilijk in zijn reactie en verliest vaak, ondanks Aristoteles' dringende waarschuwing, de billijkheid uit het oog. De billijkheid, die niet alleen Ajax moest doen winnen, maar ook Finland. Zelfs mijn altijd zo overvol hart is daarvan overtuigd.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 29 oktober 1951