‹ overzicht

Gras-consumerende motoren...

Maandag 12 september 1966

Het moet me van het hart: Dat de Franse schrijver en wijsgeer Pascal misschien niet direct een optimist is geweest toen hij vaststelde, dat het enige wat ons in onze ellende troost, verstrooiing is, maar dat al -wie rondom zich kan zien toch -weet, dat er in zijn verzuchting iets waars zit.


Immers, denkt u er wel eens over na, hoe in uw eigen jachtend leven het waar is wat te doen ook een rol speelt. Nou dan, dat betekent toch, dat u naar afleiding haakt. Gelukkig is de wereld er vol van en dus ook van stof om u er over te vertellen. Daarom trek ik er, als uw waarnemer, als ik mij althans zo mag noemen, telkens weer op uit, om dit wekelijkse rubriekje te vullen. Vaak, mag ik wel zeggen, een prettige bezigheid, al was het alleen al om hem dwars te zitten die beweert, dat tijdgenoten eer de mens dan zijn verdiensten waarderen. Ik doe dat wel en probeer nu, lovend, voor uw ogen een beeld op te werpen van die nieuwe pony-manege, welke in het Midlarense is ontstaan. Kijk, zoiets mag ik, want het pakt de jeugd en Vergilius heeft reeds in zijn Romeinse tijd ontdekt, dat jong geleerd oud gedaan is. Burgemeester Roukema is het, heb ik begrepen, met hem eens en krijgt er zelfs visioenen door van Zuidlaren als rijdende gemeente. Nu vindt Rivarol wel heel onaardig, dat visioenen alleen komen tot hen, die er aan moeten geloven, maar het Zuidlarense clan-hoofd gelooft er uit overtuiging aan en hij baseert dat op iets tastbaars als de nieuwe manege, die de familie Bakker heeft opgericht aan de boorden van die heerlijke slingering, welke verbinding geeft met Zuidlaren. Zaterdag is men er begonnen en ik voorzie, dat men zal doorgaan tot in lengte van dagen. Doorzetten is immers een zeer gunstig facet en daar waar dat te vinden is, gloort toekomst. In Surhuisterveen - inderdaad, daar ben ik, eveneens voor u geweest - zeer zeker. Ik heb me er gestort in de kakafonie van kennisgeluiden vermengd met die der gras-consumerende motoren, die daar, hotsend en stotend over het weiland raasden in edele wedijver. Surhuisterveen is, mag ik wel zeggen, een riant dorp met veel groen en aandacht vragende wijken. Niet alleen de Survento, maar ook de motorsport, vestigen er de aandacht op en dat vind ik waardevol. Lof dus voor paarden, die de haver verdienen. Dat mag, vind ik. Johan Mulder uit Veendam verdient ze ook. Hij is lange tijd medeselectioneur voor het Nederlands elftal geweest en tevens lid van de stichting voor lichamelijke opvoeding en sport in Veendam. Johan is nu zeventig jaar geworden en al zou je dat, als je hem zo bij de wedstrijden van Veendam op de tribune ziet, niet zeggen, het is niettemin een feit en daarom heeft hij afscheid van de stichting moeten nemen. Dat is natuurlijk wat triestig, maar de levenslange vrijbrief voor sportgebeurtenissen, hem ter hand gesteld omdat hij zoveel voor de sport heeft gedaan, zal hem, neem ik aan, toch wel gesterkt hebben. Voor hem in de eerste plaats geldt hoe dan ook, dit weekeinde de pluim van.

K.

Nieuwsblad van het Noorden, maandag 12 september 1966