‹ overzicht

Een sigaar als een stuk afweergeschut...

Maandag 10 oktober 1966

Het moet me van 't hart: Dat ik het een zeer aangename taak vind twee personen bij u te mogen inleiden, wier grote bescheidenheid eerdere publikatie van hun jubilea in de weg heeft gestaan. Ik doel op Harrie G. de Boer, die zijn wigwam ergens in het stroomgebied van het Winschoterdiep heeft betrokken, en op Jac. W. Veldkamp, die voor zijn groeiende importantie in Grijpskerk de nodige ruimte heeft gevonden.


Beiden zijn ze, mag ik u verklappen, twintig jaren districtsbestuurlijk bezig geweest in het noordelijk voetbal en dat is iets waarbij, meen ik, wel even mag worden stil gestaan. Harrie heeft, durf ik te zeggen, 'zijn werk altijd „meesterlijk" gedaan en daarop had in de zaterdag gehouden districtsvergadering wel even het licht mogen schijnen. Toch wil ik voorzitter Boele Beugel uit het zich opwerkende Emmer Compascuumse, dat niet kwalijk nemen, want hij kan zich tenslotte verweren door, met Horatius, uit te roepen: nee scire fas et omnia, daarmee bedoelende te zeggen, dat „wij" niet alles kunnen weten. En als verdere verontschuldiging moge eveneens gelden het feit, dat de beide jubilarissen zich ook niet als zodanig hebben gepresenteerd. Sterker, zoals Jac. W. daar zat met een sigaar als een stuk afweergeschut in zijn mond, leek hij meer op een agressieveling dan op een soortement feestvarken. Beider bescheidenheid heeft dus een huldiging voorkomen, maar zij mogen weten, dat Lessing van hen gezegd zou hebben, dat alle grote mannen bescheiden zijn. Toch heeft Boele voornoemd iets aparts in de sfeer aangevoeld want met de regelmaat van een uurwerk heeft hij zijn ballpoint driehonderd vier en zestig maal tussen de vingers van zijn rechterhand rondgedraaid. Dat is, ben ik met u eens, een respectabel aantal en ik persoonlijk vind het ook een virtuositeit. Dat het schrijfgerei niet een keer uit balans geraakte, behoeft u niet te verwonderen, want dat is bij Beugel voornoemd evenmin het geval Enfin ik wilde dus alleen maar Harrie en Jac. W. even in het zonnetje zetten want twintig jaren betekenen een flink stuk leven vindt

K.

Nieuwsblad van het Noorden, maandag 10 oktober 1966