‹ overzicht

Hooge ballen vangen veel wind...

Maandag 06 oktober 1941

Het moet me van het hart: Dat het gistermiddag op de zonnige Oosterpark-tribune goed wezen was. Trouwens, ook rondom het veld, en velen hebben dan ook weer een kostelijke hoeveelheid vitaminen geconsumeerd. Waarvan ze ten volle profijt kunnen trekken, omdat het wedstrijdverloop niet bepaald zenuwsloopend is geweest bij GVAV— Velocitas. O ja, er gebeurden wel dingen natuurlijk, vraag het v. Dorst maar, die een juffrouw liet gillen van schrik, toen hij den bal liet vallen. 


Of Bonsema, waarom was men toch zoo onaardig tegen hem? Ik heb hem geen vlieg kwaad zien doen. Of was het, omdat men wist, dat hij niet alleen met zijn hoofd, maar ook met zijn beenen voetbalt. Nu, als hij vaak van zulke wedstrijden moet spelen, zal er aan die beentjes wel het een en ander gaan mankeeren. Of wellicht hier en daar een deuk in zijn rug komen.

Niet dat ik Velocitas hier nu in een slecht daglicht wil plaatsen. Ook bij GVAV waren beenen, welke dienst gingen doen als voetangels en klemmen, waarin zoo nu en dan eentje trapte. Om dan tot zijn schade te ondervinden, dat de weg eens voetballers niet heelemaal rozegeur en maneschijn is. Geplaveid met goede voornemens was ie wel. Maar tusschen goede bedoeling en uitvoering ligt een weg, welke heel lang is...... Langer dan velen op de zonnige tribune bovenbedoeld bevroeden. Ik bedoel maar te zeggen, dat de critiek veelal heel gemakkelijk is. Tenslotte kan men niet achter die transspireerende voorhoofden kijken en bovendien...... van die voorhoofden naar de voeten hapert de verbinding wel eens. Dat komt in de beste telefooncentrales voor. En daarom heb ik maar bij mezelf gedacht; „goed, het gaat vanmiddag niet zooals ik dat graag zou zien wat het spel betreft, maar dat komt, omdat bij sommige spelers het hoofd „verkeerd verbonden” is”. En een ieder, die wel eens aan de telefoon hangt op oogenblikken, dat hij dezelfde haast heeft als een voetballer, weet hoe lastig dat kan zijn. Kuypens bij Velocitas en Van Meel waren ook verkeerd verbonden, toen zij mooie kansen kregen. En wellicht was dat eveneens het geval bij den scheidsrechter, bij ons nuchtere Noorderlingen doodgewoon Oldenburger geheeten, maar „boven-Zwolle” Aldewereld. En toch had het bericht bij hem slechts de afstand oogen-mond af te leggen. Desalniettemin klonk zijn fluitje wel eens wat laat. Overigens een pracht type zoo in het veld; oerkalm en al mag dan wijlen Louis Bouwmeester gezegd hebben, dat koude menschen geen goede zijn, dat zou hij niet gezegd hebben als hij onzen Oldenburger gekend had. Daarentegen zou diegene, die het op een zeker moment noodzakelijk heeft gevonden uit te roepen: hooge boomen vangen veel wind, zonder eenigen twijfel gesproken hebben van „hooge ballen” als hij den wedstrijd GVAV—Velocitas gezien had. Wat U!                  K.

Nieuwsblad van het Noorden, maandag 6 oktober 1941