‹ overzicht
Jan Publiek op de zeer tochtige tribunes...
Maandag 29 december 1941
Het moet me van het hart: Dat scheidsrechters toch goede psychologen schijnen te zijn. Althans de fluitisten Oldenburger en Schipper, die, waarschijnlijk met het voorbeeld van de vroegere Romeinsche keizers voor oogen, gedacht zullen hebben: het is koud, angst om den brandstoffenvoorraad breekt uit, welnu, laten wij dan voor „brood en spelen” zorgen in den vorm van voetbalwedstrijden.
Dan, zoo zal verder gedacht zijn, wordt ieders denkvermogen in beslag genomen door de vraag of de club waaraan men zijn hart verpand heeft, zal winnen.
Ik zal me er niet het hoofd over breken of de vork wellicht ook anders in den steel zit en of misschien Paul Brulat gelijk heeft met zijn uitspraak, dat de meeste psychologen niets anders doen dan hun waar-neming tot zichzelf beperken. Hetgeen dus zou beteekenen, dat zij zelf in de temperatuur, welke aan dezen tijd van het jaar gebonden is, wel eens een voetenwarmend loopje hebben willen maken en daarom GVAV—Veendam en Heerenveen—Be Quick hebben laten doorgaan. In dat geval hebben zij zeker hun doel bereikt en waarschijnlijk ook de spelers warme voeten bezorgd, maar „Jan Publiek” niet, omdat tenslotte de tribunes nog geen centrale — of andere verwarming en wel tot gewoonte hebben zeer tochtig te zijn. In dergelijke gevallen komt het kudde-instinct in den mensch naar boven; men schuift zoo dicht mogelijk bijeen, elkaar beschuttend en verwarmend. En dan nog durft men te beweren, dat voetbal niet verbroederend werkt. Degenen, die dat meenen en GVAV — Veendam hebben bijgewoond zullen wel tot andere conclusies zijn gekomen. In groote eensgezindheid toch school men samen, terwijl slechts een enkeling op de voorste rijen zijn heil zocht. En zoo ging het na de rust ook in het veld. Daar zochten de spelers elkaar zooveel mogelijk op. En dat dit juist voor het Veendam-home geschiedde, lag waarschijnlijk daaraan, dat dit het gezelligst was.
Dat Veendam als gastvrouw baas in eigen huis wilde blijven, kan niemand haar kwalijk nemen. Dat ligt heelemaal in de rede, welke, volgens George Herbert, ligt tusschen spoor en teugel. En laat GVAV nu zoowel spoor als teugel kwijt zijn geweest. Geen wonder, dat zij heeft verloren en dat de klok, welke zoo nu en dan eens klonk, de tragische rol van doodsklok kreeg te vervullen. Doodsklok ten aanzien van de kampioenskansen van GVAV.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 29 december 1941