‹ overzicht
Het examen van den gymnastiekleeraar...
Zaterdag 07 februari 1942
Het moet me van het hart: Dat een gymnastiekuitvoering toch eigenlijk niets anders is dan een soort examen van den gymnastiekleeraar. Nu is het wel zoo, dat wie aan den weg timmert, aan critiek bloot staat, maar ik geloof graag, dat dit gisteravond wel in bijzondere mate het geval is geweest.
't Is werkelijk grappig om direct achter de officiëele tafels te zitten en zoo nu en dan je oogen eens van het tooneel af te wenden en als waarnemers te sturen naar de rijen-voor-je. En dan zie je hier gespannen aandacht, daar twee naar elkaar gebogen hoofden (in 't nette hoor!) en lippen, welke opmerkingen fluisteren. Het spijt me echt, dat ik niet al die opmerkingen op papier kan krijgen. Vooral betreur ik dat, omdat Brunhilde gisteravond experimenteerde voor zichzelf en deskundigen en demonstreerde voor de overgroote rest. Maar zou die rest eigenlijk wel begrepen hebben, dat hier de gymnastiek in nuchteren vorm gegeven werd! Ik geloof het niet, want anders zou dat publiek niet zoo hard ziin geweest. Hard in lawaai en hard in het geven van een klap in het gezicht van den gymnastiekleeraar.... Natuurlijk, men heeft het niet „wetend" gedaan, maar of je nu opzettelijk of onopzettelijk een „mep" krijgt, hebben doe je haar en alleen de achtergrond kan de „piin" vergrooten of verzachten. En in dit geval is sprake van verzachtende omstandigheden. Ik bedoel n.l. dat terwijl de geheele opzet was oefeningen te geven ontleend aan 't gewone leven, zoo goed en zoo doelmatig mogelijk uitgevoerd, de ter onderscheiding gegeven mooie bondsoefening.. het meeste applaus kreeg.. Ik vond dat werkelijk even pijnlijk voor de experimenteerende vereeniging. Maar zij trooste zich met de gedachte, dat de bedoeling van den avond niet is doorgedrongen. Omdat de stem van het schoone meiske achter den microfoon niet doordrong. En tja. laat ons er niet om heen draaien, er waren veel jongelui in de zaal en tenslotte mocht de uitvoerende damesgroep zich laten zien. Eerlijk is eerlijk! Ik wil dus maar zeggen, dat de reactie uit de „massa” de waarde van het gebodene niet mag bepalen, al is het ook weer zóó, dat het „de” kunst is zijn gedachten mee te deelen. En bij al het gym-nastische kunnen is die kunst door de experimenteerende niet de volle beteekenis toegekend. En waar correctheid van gedachte en correctheid van uitdrukking samen moeten gaan om verstaan te worden, is datgene wat Brunhilde wilde zeggen niet verstaan. Wat niet zeggen wil, dat haar gedachten onjuist zouden zijn.
Het is dunkt me zoo, dat, om met den Rijksinspecteur, den heer Lamberts, te spreken, deze avond een glas helder water is geweest, maar dan een glas water, dat door de meesten gedachtenloos is gedronken, terwijl diezelfde massa de cocktails, waarmede de heer Lamberts de gebruikelijke uitvoeringen bedoelde, met meer smaak nuttigt, omdat ze kunstig gemengd zijn. Maaaaar.... het is de vraag of het lichaam tenslotte niet meer gediend is met dat heldere water dan met die cocktails....
K.
Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 7 februari 1942