‹ overzicht
Een aandrift, een prikkel en een eerste stoot...
Maandag 20 april 1942
Het moet me van het hart: Dat ik dit weekeinde weer heel wat geleerd heb. In de eerste plaats is me plotseling een licht opgegaan. Reeds herhaalde malen heb ik me in deze zeer aparte rubriek afgevraagd, hoe toch de reagens bij het publiek en spelers zou ontstaan. En nu weet ik het: de oorzaak is een impuls.
Nu is een impuls een soort aandrift, een prikkel, een eerste stoot, maar ik zou nooit op de gedachte zijn gekomen, dat daarin de oorzaak moest worden gezocht van de reactie van publiek en spelers voornamelijk op scheidsrechterlijke soli. Neen, om daar op te komen heb ik Zaterdagavond eerst de sportclub Quick moeten bezoeken. Kent u Quick? Een keurige vereeniging, met keurige bestuurderen, aangevoerd door Roel de Boer,een slanken man, wiens stemgeluid echter noodig in een of ander vakantieoord moet aansterken. Neen. Dan Jopie Bierling, de technische kapitein. Ook al geen reus, maar evengoed als De Boer ondeelbaar met Quick. Nu, die Jopie Bierling is het, die mij een kostelijken dienst bewezen heeft. „Impuls”zei hij en terwijl zijn scherpe stem even later drie telde, bogen de jongelui voor hem als knipmessen. Maar datzelfde moment bracht mij de oplossing van een probleem, hetwelk mij slapelooze nachten heeft bezorgd. En toch ben ik er nog niet, want hoe komt die impuls nu. Hoe komt het, dat de midvoor van Helpman in den strijd tegen Friesland eerst na een doelpunt van de tegenpartij den impuls kreeg om er ook een te maken. Zijn speelwijze stelde wel Joabert in het gelijk, die beweerde, dat goede aandriften niets beteekenen, indien zij niet worden omgezet in goede handelingen, maar het ontstaan dier impulsen wordt er toch niet door verklaard.
Maar wellicht mag ik de aanwezigheid van prof. dr. Van Os bijHelpman—Friesland en zijn nauwkeurig volgen der spelers ln verband brengen met het diep-wetenschappehjke probleem, dat mij zoo bezig houdt. Maar waarmee ik gauw ophoud, omdat ik bang ben, dat anders Montaigne's opmerking, dat te begeerig gezochte wetenschap den geest versuft en verstompt, wel eens on mij zou kunnen slaan' Neen, dan liever aan sport gedaan, opdat er in mijn gelukkig gezond lichaam een gezonde geest huize, zooals Quick me dat Zaterdagavond zoo aantrekkelijk heeft voorgedokterd.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 20 april 1942