‹ overzicht
Goed plaatsen is een eisch...
Dinsdag 05 mei 1942
Het moet me van het hart: Dat Michelangelo de zaak toch wel goed „door" had, toen hij in zijn tijd beweerde, dat volmaaktheid uit kleinigheden bestaat. Ik neem onmiddellijk aan, dat deze beroemde Italiaan het niet bij woorden heeft gelaten, maar de waarheid van zijn conclusie ook bewezen heeft. Aan welk bewijs ook de sportwereld zich kan spiegelen.
Zooals de leidster van Aspasia uit Rotterdam dat heeft gedaan blijkens de demonstraties van haar leerlingen in de Groninger Harmonie. Daar waren het inderdaad de kleinigheden, welke het vertoonde tot een volmaaktheid maakten. Vooral ook als show-werk. En, nietwaar, het oog wil ook wat. Hetgeen Heerenveen ook eens dient te begrijpen. Het is heel aardig om naar Den Haag te gaan en daar met de je toegezonden kaart niet verder dan tot de tribune te kunnen komen, nog prettiger om Van Eetje uit de Sportkroniek eens in zijn eigen Haegsche omgeving te begroeten, maar tenslotte heb je toch vijf uur langs gezapige weiden en bruine heiden gespoord om de Noordelijke kampioen af te meten naar de Westelijke. En dan mag je hart van vreugde bonzen als je „eigen" vertegenwoordigers winnen, maar toch ben je onbevredigd, omdat je geen voldoende antwoord krijgt op je vraag naar het „hoe en waarom". Zelfs Kardinaal De gemis geeft me hier geen troost door zijn wijsheid, dat natuurlijkheid het zegel van het genie is, want wel vind je het spel van Heerenveen natuurlijk, maar geniaal toch niet. Neen, in dat opzicht kan Anton Dalhuysen in zijn ploeg nog wel wat braak terrein vinden. Hij kan heusch nog wel wat tijd zoek brengen met een babbeltje over eenheid, welke niet alleen is 'een kwestie van den geest, maar ook van den daad. Met welk laatste ik op mijn manier maar wil zeggen, dat goed plaatsen een eisch is, welke aan elken voetballer mag worden gesteld. En zeker van spelers uit een kampioensploeg. Vooral ook, omdat er gewonnen is. En Schiller zegt het zoo raak: Voordat zij (de overwinning) volbracht is, heeft de daad (het spel) een ander aangezicht dan daarna. En als hij nog zou hebben geleefd, zou hij, wat de overwinning van Heerenveen betreft, nader hebben toegelicht, dat het resultaat zijn gulden schijnsel niet geheel terecht, werpt over het spel. Dat met elkaar in overeenstemming te brengen, is een eerezaak voor Heerenveen.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag 5 mei 1942