Het moet me van het hart: Dat Boerhaave ongetwijfeld Heerenveen tot zijn volgelingen mag rekenen. Deze zeventiende eeuwsche natuuronderzoeker zei het zoo raak, dat eenvoud het kenmerk van het ware is en velen zijn er die de waarheid ervan zullen onderschrijven. Thans vooral, nu duizenden den kampioenswedstrijd Heerenveen - A.G.O.V.V. hebben gezien.
En dat waren er vele duizenden. Zet de Friezen een kampioen uit hun midden voor en, als er geen kaatsen of zeilen is, trekt „de heele provincie" er heen. Met gevolg, dat de treinen en landelijke trams overbelast zijn. En aan alle stations dus een geren en gedrang om „plak" te vinden. Evengoed leuk, je tusschen je eigen landgenooten te" bevinden en vrijwel geen woord te kunnen verstaan. Maar het woordje „bijbetalen" voor „eerste" of „tweede" voerde toch in den langen, moeizaam voorthobbelenden uitpuilenden trein, den boventoon. En allen gingen naar „'t Veen", zooals allen in Leeuwarden naar de bloemenmarkt trokken. Mannen met hun kroost, torsend tuilen of potten voor moeder-de-vrouw thuis. Laat bloemen uw tolk zijn als er iets te vergelden valt.... Je ziet dat aan en verwondert je der over, omdat je tenslotte je eigen omgeving nog niet kent. Vriend v.d. Meulen, die Groningen ook vertegenwoordigt, is beter georiënteerd. Heeft eenige jaren in Leeuwarden gewerkt en hém mogen de spoorwegen danken want zijn relaties zijn oorzaak geweest, dat ik persoonlijk op de N.S. niet wil toepassen de pessimistische uitlating van een zekeren Franschman Massillon, die beweerde, dat reputatie vaak een algemeene vergissing is. Of echter al die anderen, die „ingeladen" werden tot dezelfde vriendelijke overtuiging zijn gekomen, jk waag het te betwijfelen, want de conducteurs waren zonder pardon. Ik vermoed, dat ze afstammen van geslachten haringkakers. Niet omdat ze zooveel papiergeld keurig wisten samen te bundelen, maar omdat ze zoovelen tusschen de wielen wisten te laden. Evengoed als de Heerenveen-bestuurderen dat deden op hun terrein. Moet je net bij secretaris Felius of voorzitter Huisman komen. Die paradeeren niet, maar werken, overal helpend, wegwijzend, nu en dan een officieel persoon begroetend. Fijne kerels! Ik bedoel de Heerenveen-bestuurders. En als hun elf jonge vrienden op het veld dartelen, nemen ze even adempauze. Over die jonge vrienden gesproken. Ze hebben gewerkt als paarden en een spel gespeeld, dat mij Boerhaave, bovenbedoeld, in de gedachten bracht. Ja, A.D.O., Eindhoven en Blauw Wit mogen het dan wat eleganter doen. de eenvoud van het Friesche spel is toch maar het ware gebleken. Zoo tegen A.D.O. en nu tegen A.G.O.V.V. Dat zie je met genoegen en het doet je goed. Nu ja, ik weet het wel, de buitenspelers meenen nog te vaak, dat „voorzetten" alleen maar in naam bestaan en evengoed achterzetten mogen zijn en anderen, dat alleen de tegenstanders bij hoog spel den bal niet kunnen bereiken, maar dat neemt toch niet weg, dat het over 't geheel zeker niet minder was dan bij A.G.O.V.V., waar blijkbaar de gedachte overheerschte, dat gedeelde vreugd, dubbele vreugde is. Waarom allen daadwerkelijk moesten deelnemen aan een aanval. Waardoor de aanval, als onze boemeltrein, tal van stopplaatsen had, vanwaar ie weer moeilijk op gang kon komen. Neen, dan dé Friesche sneltrein. die soms — ik zeg: soms — reed. Daarom ging ik blijgemoed naar den trein, waar vele honderden met mij „afgevoerd" werden, om met de Nederlandsche Spoorwegen te spreken.
K.