‹ overzicht

De wijsheid van onze voorzaten...

Maandag 22 juni 1942

Het moet me van het hart: Dat er gistermiddag weliswaar niet zooveel athleten en athletes in het Stadspark bijeen waren, maar dat ik toch met genoegen naar den wedstrijd heb gekeken. Zoo hoog van de nog niet gestofzuigerde tribune af biedt het veld een aardig beeld.


Een naar groen zweemende grasmat, werkelijk groene omzooming en dit alles rijkelijk gestoffeerd met charmante meisjes, een van hen, de in de athletiekwereld welbekende en bij de Pers in hoog aanzien zijnde „Nellie , naarstiglijk neertikkende datgene, wat haar seksegenooten en de heeren hebben weten te bereiken. Of dat bereikte veel is! Interesseert me eigenlijk heelemaal niet. Alleen het feit, dat ze aan athletiek doende zijn, is van belang. En of ze hetzelfde bereiken of niet, maakt niets uit. Onze voorzaten hebben die wijsheid aan hun nazaten blijkbaar willen meegeven, want een hunner moet eens gezegd hebben, dat wie het beste doet dat zijn omstandigheden gedoogen, goed handelt, edel handelt. Laten zij, die niet als eersten geëindigd zijn, zich daaraan spiegelen. Maar laten zij ook, en vooral de lange afstandloopers. de woorden van Anonymus indachtig zijn: „Wat gij ook doet, doe dat met beleid en denk aan het einde". Opdat gij niet bij het passeeren van de finish als een zoutzak in elkaar stort.

K.

Nieuwsblad van het Noorden, maandag 22 juni 1942