‹ overzicht
Neerplensende regen als vreugdetranen...
Maandag 29 september 1947
Het moet me van het hart: Dat Vergilius dan beweerd mag hebben, dat het oneven getal geliefd is, maar dat zulks dan blijkbaar ophoudt als het voetbal-, korfbal-, handbal- of wat voor andere elftallen betreft, want gisteren heeft Jan Publiek weliswaar die liefde niet onder banken of stoelen gestoken, maar daar hield het dan mee op.
Tenzij men natuurlijk de neerplensende regen als vreugdetranen wil bestempelen. Ik geloof trouwens ook niet, dat toeschouwers en spelers bij Velocitas – Be Quick die nattigheid als zodanig hebben beschouwd. Neen, het was, met permissie, een vieze boel rond en niet minder binnen de lijnen. Maar niet alleen dat, ook een rare boel. De scheidsrechter floot een allerlustigste solo, maar hij diene niet te vergeten wat Seneca al eens heeft gezegd, dat geweld – in dit geval met de fluit – niet lang duurt…. En voor de spelers geldt hetzelfde. Nog altijd werkt de rede meer uit dan 't blind geweld, vooral als je gaat stopperen. Terwijl zij bovendien mogen bedenken, dat zij, indien zij voor zichzelf willen spelen, voor hun naasten moeten spelen. Het geeft niets, dat toen Senenca deze wijzen woorden voor het nageslacht vastlegde van voetbal nog geen sprake was. Wijs blijven ze, ook wat Soccer betreft. Aardig was het die lange rij wielrijders te zien, wachtend op het moment, dat de dubbeltjes als bewaarloon konden worden neergeteld... maar toch zou ik het stadsparkbestuur Vondel's woorden willen voorbehouden: "men smoorde 't wassend quat bij tijds in zijn geboorte", want er komen meer van die hoogtijdagen…
K.
Nieuwsblad van het Noorden, maandag 29 september 1947