‹ overzicht
Hartstocht binnen de lijnen...
Maandag 24 november 1947
Het moet me van het hart: Dat ik bang ben, dat enkele Heerenveen-spelers gisteravond een slecht sluitstuk aan de Zondag hebben moeten breien. Want wel geloof ik de „bloem” uit het Friesche Haagje best dat Heereenveen „toch kampioen” zal worden, maar de wijze waarop de aanmerkingen en aanmoedigingen aan het adres van Henny, Abe, Frans etc. ontvloden aan hun Fries-bekoorlijke lippen, heeft me toch tot de mening doen overhellen, dat er voor de Friese jongens gisteravond wat op het vuur heeft gestaan.
Ik mag dat graag zien, die toilettengalerij op de tribune. Ze geeft zo'n aparte sfeer aan het geheel, durft, voor een deel althans – let maar eens op de Friese famkes – vrij uit mee te leven en voor een ander deel uiterlijk niet anders dan rustig datgene gade te slaan wat er binnen de lijnen te zien gegeven wordt. Maar ik zou toch wel eens willen weten wat daar achter die blanke en met zulke leuke dopjes bedekte hoofden omgaat. Zouden die gedachten nu werkelijk alleen voetbal betreffen of ook „aardige knulletjes”….
Enfin, ik wil geen onrust stoken, wil geen geluk verstoren, want nog altijd schijnt waar te zijn, dat de mensen het gelukkigst te noemen zijn als er niet van hen gesproken wordt. Tot die categorie hoort dus helaas niet die eenzame in het veld, die men scheidsrechter pleegt te noemen. Een moedig man in een heksenketel van strijd, een man, die Rückert's waarschuwing: „als gij twee draken ziet vechten, kom er dan niet als bemiddelaar tussen want ze konden wel eens vrede sluiten en U opeten” in de wind slaat en met zijn fascinerende fluitje werelden van hartstochten in een keurslijf weet te houden…. of, helaas, weet te ontketenen.
En hartstochtelijk was het binnen de lijnen; Jaap Bulder, broer Evert, Sybold Sissing, van Linge en anderen zullen er wel met genoegen naar hebben gekeken. Men heeft ze nauwelijks kunnen opmerken, want ze zijn als alle grote mannen zeer bescheiden. Zo ook de Be Quick-penningmeester, een grafelijk iemand voor wie de wedstrijd als zodanig rust is geweest, rust na een week van onophoudelijk telefoongerinkel, schoudergeklop en zo van en door op kaarten-belusten. Er kon zowaar een sigaar op overschieten…. Naar verluidt heeft hij nu verlof om financiën te gaan regelen. Of hij daarbij geassisteerd zal worden door zijn mede kleine grote-mannen zal de geschiedenis wel nooit openbaar maken.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, Maandag, 24 november 1947