‹ overzicht
Keep always smiling...
Maandag 01 december 1947
Het moet me van het hart: Dat Quintilianus, indien hij nog op dit overigens niet altijd zo leuke en vooral natte, gure aardrijk had rondgewandeld, ongetwijfeld zou hebben uitgeroepen: „Zie je wel dat ik indertijd gelijk had: terwijl wij overwegen, wanneer wij moeten beginnen (te schieten), is het reeds te laat”. En waarschijnlijk zou hij de Velocitas-midvoor bij diens kraag hebben gegrepen om hem ter staving van zijn bewering als voorbeeld bij zich te houden.……
Daaraan moest ik denken toen Willems het in zijn hand had duizenden gelukkig te maken, doch waarschijnlijk zijn leermeester Gottfr. Kinkel trouw wilde blijven en met het devies „Wie niet vraagt of hij de mensen bevalt, kan het ver in de wereld brengen” de wanhoop wredelijk uitstortte in bonzende harten van mensen die – zoals de meneer-van-ver achter mij – de toch al wat naargeestige Zondag gingen aanvoelen als een dag somberder dan somber. Want al maakte een bekend kruidenier aan de Verl. Hereweg, voorstander van het „keep always smiling”, glimlach steeds, met zijn wapperende grijze haardos, een dansje op de tribune, neem gerust aan, dat zijn hart verscheurd was. Maar misschien heeft Plautus wel gedoeld op voetbalsupporters toen hij in zijn testament vastlegde dat mensen die beminnen hun verstand kwijt zijn. Hoe het echter ook zij, ik ben het met Rey eens dat de diepste wanhoop zich in een glimlach moet uiten.
Lachten daarom ook de Heerenveners of waren zij inderdaad wel gerust over hun favorieten? Terwijl ik zo onder de vele druppels zat te kijken en de gratis douche met kwade gedachten aan Gemeentelijk Commissie en Velocitas verwenste inplaats van aan de voetbalpubliek-hater die de tribune gebouwd heeft, begon ik te twijfelen of het, laat ik zeggen beheerste gejuich der Friezen, wel inderdaad vertrouwen uitdrukte.
K.
Nieuwsblad van het Noorden, Maandag, 1 december 1947