‹ overzicht

Geweld duurt niet lang...

Maandag 15 december 1947

Het moet me van het hart: Dat ik Diogenes wel eens had willen zien, gisteren in het Oosterpark. Zou deze cynise wijsgeer met zijn lampje eerder een voetballer hebben kunnen ontdekken bij GVAV – Leeuwarden dan ik. Of zou hij door de eerste helft zodanig geschokt zijn, dat hij ijlings zijn speurtocht naar een goed mens (voetballer) gestaakt zou hebben en in zijn wijnvat – er was toen blijkbaar ook al woonruimtetekort – zou zijn teruggekropen....


Hij is inderdaad minder optimist geweest dan Melati van Java, want die vindt, dat overal iets te bewonderen is, doch dat het de kunst is om te vinden. Dus ben ik, toen ik zo op de tribune zat te zitten, stiekum eens gaan rondneuzen. En inderdaad heb ik iets gevonden... Van emotie verwrongen gezichten... wat is 'n mens dan toch lelijk! Gezichten, welke de weerspiegeling zijn van de wedstrijd. En, niet waar, hoe kan een spiegel nu een mooi beeld weerkaatsen, als er niet iets bepaald moois voor staat.

Zelfs de gesoigneerde staantribune aan de overzijde – gerepareerd en wel – kwam niet in gevaar.

De gemeentelijke commissie schijnt ernstig geschokt te zijn door het levensgevaar, waarin ik de vorige Zondag geraakt ben en voorzitter mr S.J.W. Nijhoff, die daar 's morgens in het heerlijke zonnetje zat bruin te brandenen zich met blinkende tanden duidelijk zat te plezieren over de handbalwedstrijd Olympia – Hellas, waarschuwde me vriendelijk, toen ik de tribune besteeg. Vriendelijk dank mijnerzijds maar al is die tribune dan een onding, stevig is ze wel. Maar dat moet ook wel, want als de GVAV-aanhang onder leiding van Jopie Barels los komt, schudt alles op de grondvesten….

Alleen vriend Jac Deen uit zich niet luidruchtig, al geef ik de sportpers de „tip” om bij hem te gaan zitten. Want uit zijn critiek is een prachtig, boeiend verslag te distilleren….

Apropos, ik heb nauwelijks commentaar gehoord over die kleine man, die zich daar zo dapper te midden der woedende elementen bevond. Regnard zou z'n plezier aan hem gehad hebben, want voor hem speciaal kon hij wel zijn uitpraak hebben gedaan „in grote gevaren doen zich de mannen van grote moed kennen”. Hij pakte flink door en zie, het was als olie op de woedende golven en eens te meer heeft Seneca gelijk gehad, toen hij schreef: „Geweld duurt niet lang”.

K.

Nieuwsblad van het Noorden, Maandag, 15 december 1947