Het moet me van het hart: Dat toen ik Velocitas daar gistermiddag het veld zag opkomen bij Be Quick, de lendenen fraai omgord met Arsenal-achtige uitrusting voorzien van geweldige rugcijfers en gevolgd door de Engelse trainer Donaghy, de overtuiging bij Piet-mijn vriend en mij aan kracht won dat Be Quick heel wat moeite zou hebben om die Engelse schotel te verorberen.
Helaas, Engelse kost is vaak licht en de gulzig schrokkende withemden hebben die hap spoedig binnen geslikt.
En...
Een veelkoppig publiek
Werd ziek
Van miezerige regen
Welke als natte zegen
Daalde op een spel,
Dat, slechts aan een kant fel,
Geen sensatie bracht
En dat is 't wat wordt verwacht!
Toch, „E, J,” en Everet glommen,
Temidden der drommen
Omdat - daarom is 't toch begonnen -
Be Quick weer heeft gewonnen.
Waarmede weer eens bewezen werd dat tussen goede voornemens (van Velocitas) en de uitvoering er van, een lange weg ligt, om met Shakespeare te spreken.
En dat buurbabbeltje hebben duizenden betaald niet alleen met steeds kostbaar wordende moneten maar tevens met, al even schaars zijnde verregende textielpunten en doorsijpelde schoenen. Nog niets, als men nu maar weltevreden was, immers een weltevreden mens is welbetaald, maar de anders op de vleugelen der derbysfeer zich voortspoedende mensheid mopperder nu op de neersuizende regen. En dat zegt genoeg.
En toch ook hier was naar we wijze woorden Melatti van Java, als overal iets te bewonderen. Het voor-de-rust-spel van Be Quick, de grootse rol van Gaertia's bril en dan die twee kleine peuters. Karel de Kerel kennen we in de voetbalsport, maar ook Karel de Kleine, die nummer elf, van wie, om met wijlen Louis Davids te spreken, gezegd kan worden:
Die hele kleine man
Die dribbelt wat ie kan
Hij beloopt het hele veld
Die kleine Velo-held
Die dart'le groenwitte zang
Vaak zo razend vlug
Zijn korte beentjes dragen
En schragen
Steeds de Velo-ploeg
En dan de even „grote” Lugthart: kleine mensen, grote wensen is op hem van toepassing, maar als zijn verlangen een groot voetballer te worden, in vervulling zal gaan, dringt het tot hem door, Seneca's vingerwijzing, dat wie voor zich zelve spelen wil in de eerste plaats voor anderen moet spelen. En, nietwaar, een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig.
K.