Columns in zijn bescheiden hoekje van het Nieuwsblad van het Noorden

Jaar: Tag:
Maandag 22 september 1941

Het moet me van het hart: Dat de wedstrijd dien ik gezien heb, me best bezig gehouden heeft. In de eerste plaats zat ik lekker in het zonnetje te bakken op de tribune en bovendien vond ik het gedartel binnen de lijnen lang niet gek, terwijl ik me bovendien heb gefeliciteerd met mijn gezelschap. Dat was „dik in orde”. Echt menschen om mee uit visschen te gaan. „Kerels” die je in staat stellen stiekum weg een half uiltje te knappen en onderwijl een ooggetuigenverslag leveren, dat een waar beeld geeft van den wedstrijd.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 september 1941

Het moet me van het hart: Dat de wedstrijd Be Quick - Veendam mij meer gebracht heeft dan ik meende te mogen verwachten. Niet, dat de harde houten banken nu met kussens belegd of van een leuninkje voorzien waren. Dat zou trouwens ook heelemaal niet sportief lijken en tenslotte kan men, als de bank haar hardheid wat al te veel demonstreert net doen als de slanke Be Quick-voorzitter, en er voor gaan staan en evenals een zeker bekend scheids-rechter gaan souffleeren, dat er niets gebeurt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 06 oktober 1941

Het moet me van het hart: Dat het gistermiddag op de zonnige Oosterpark-tribune goed wezen was. Trouwens, ook rondom het veld, en velen hebben dan ook weer een kostelijke hoeveelheid vitaminen geconsumeerd. Waarvan ze ten volle profijt kunnen trekken, omdat het wedstrijdverloop niet bepaald zenuwsloopend is geweest bij GVAV— Velocitas. O ja, er gebeurden wel dingen natuurlijk, vraag het v. Dorst maar, die een juffrouw liet gillen van schrik, toen hij den bal liet vallen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 13 oktober 1941

Het moet me van het hart: Dat het toch niet altijd een pleziertje is op de tribune. Natuurlijk, als het zonnetje geen concurrentie ondervindt, is er geen vuiltje aan de lucht, maar er is de laatste dagen nogal veel andere dan de gedistribueerde nattigheid geweest en vanzelfsprekend krijg je daarvan je deel daar op de eerste rij. En wel blijf je dan manmoedig zitten, maar leuk vinden, neen, dat doe je het niet. Overigens, die tribune mag er weer wezen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 20 oktober 1941

Het moet me van het hart: Dat ik me toch noodeloos ongerust heb gemaakt over de geluidsprestaties mijner stadsgenoten. Zoo noodeloos dat, toen ik daar rustig op de tribune zat bij Be Quick – G.V.A.V. en rondom me de lui zich dik zaten te maken, onwillekeurig bij mezelf zich de overtuiging vestigde, dat Schiller met „Da werden Weiber zu Hyânen” vast niet tot de conclusie was gekomen, indien hij maar Be Quick – G.V.A.V hadde bijgewoond.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 03 november 1941

Het moet me van het hart: Dat Lazarus wel gelijk heeft gehad, toen hij beweerde: „door arbeidsverdeeling zegeviert de zaak". Hij heeft er ook nog wat anders aan toegevoegd, maar dat doet hier niet terzake. Het gaat mij er maar om aan te toonen, dat hij bepaaldelijk in zijn jaren GVAV reeds een tip heeft willen geven om wedstrijden te winnen. Zou hij in de taal van dezen tijd hebben gesproken, ongetwijfeld zoude zijn uitspraak hebben geluid:

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 10 november 1941

Het moet me van het hart: Dat ik van de tribune bij Velocitas - Heerenveen een wedstrijd heb mogen zien, welke zeer leerzaam is geweest. Ik heb n.l. nooit geweten, dat bij voetballen aanvallen verboden was... En toch is het zoo. Scheidsrechter Karsten zegt het. Winkel - de Veloback - valt Jonkman - den Heerenveen voorlinie-speler - aan, moet hij gedacht hebben, en de N.V.B. heeft bepaald dat dit niet mag. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 17 november 1941

Het moet me van het hart: Dat een voetballooze Zondag toch ook zijn groote bekoring heeft. Ik moet eerlijk zeggen, dat ik zoo zeer gewend ben geraakt aan een-wedstrijd-iederen-Zondag opnieuw, dat het me gisteren eenige moeite heeft gekost om te wennen aan de idee, dat ik nu niet behoefde aan te dringen op „vroeg-eten”, om over de gedachte heen te komen niet te kunnen luisteren naar de vocale concerten langs de lijnen,

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 24 november 1941

Het moet me van het hart: Dat ik gistermiddag nou heelemaal niet den indruk heb gekregen bij iets bijzonders te zijn. O, zeker, de tribune was voller dan anders, en mijn oor ving Friesche klanken op, maar wat daar in het veld heeft plaats gevonden, was nou heelemaal niet iets van een extra voorstelling en me vervelende heb ik me afgevraagd wat de voetbal-meneeren daar in Den Haag toch voor hebben gehad met een wedstrijd als die tusschen gehandicapt Friesland en volledig Groningen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Vrijdag 28 november 1941

Het moet me van het hart: Dat ik gisteravond iets goeds heb meegemaakt. Ik bedoel den testavond van de Scheidsrechters Vereeniging Groningen en O., welke opgetreden is als leerares van voetballers. Helaas heb ik aanvankelijk een illussie verloren, toen ik hoorde, dat enkele vereenigingen hadden afgezegd, omdat ik meende, dat sport moed en durf aankweekte, maar later, toen ik al die anderen zag, heeft het feit, dat het hier slechts de gewone uitzondering - zonder dewelke geen regel kan bestaan betreft - me een hart onder den riem gestoken.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 01 december 1941

Het moet me van het hart: Dat de finale van het Groninger Dagblad-beker tournooi me toch nog wel een gezelligen middag heeft bezorgd. Je vindt daar van die officials, wien het wel en wee van de voetbalsport zeer na aan het hart ligt. En die op hun wijze hun hart luchten, zooals ik dat op de mijne doe. Je hoort dan van scheidsrechtersmisère van scheidsrechterskant en daartegen van de zijde der officials opmerken, dat dan maar middelen aan de hand moeten worden gedaan om daaraan tegemoet te komen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 15 december 1941

Het moet me van het hart: Dat wat er ook in de wereld gebeurt, de belangstelling voor een derby bestaan blijft. Nu was het uitstapje naar het Stadspark geen pretje in dezen tijd van kleeren-uitsluitend-op-vergunning, maar ja, zet den voetbal-liefhebber een derby voor, laat hem spanning en sensatie ruiken, en weg zijn alle niets-met-voetballen-uitstaande-hebbende-overwegingen. Hetgeen wil zeggen, dat enkele duizenden exemplaren der manlijke sexe gistermiddag tegen vijf uur 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 december 1941

Het moet me van het hart: Dat scheidsrechters toch goede psychologen schijnen te zijn. Althans de fluitisten Oldenburger en Schipper, die, waarschijnlijk met het voorbeeld van de vroegere Romeinsche keizers voor oogen, gedacht zullen hebben: het is koud, angst om den brandstoffenvoorraad breekt uit, welnu, laten wij dan voor „brood en spelen” zorgen in den vorm van voetbalwedstrijden.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Dinsdag 30 december 1941

Het moet me van het hart: Dat, nu ik bij het zich ten einde spoeden van dit jaar, al mijmerende, tot de ontdekking kom, dat de Franschman J. Roux de zaak toch wel heel goed bekeken had, toen hij de wereld voor de voeten gooide, dat ervaring tenslotte niets anders is dan een schamele hut, opgebouwd uit het puin van die gouden en marmeren paleizen, die „wij” onze illusies noemen. Ook ik ben weer een ervaring rijker. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 januari 1942

Het moet me van het hart: Dat ik altijd gemeend heb, dat oude namen goede zaken beteekenden. Maar ik schijn me te hebben vergist. Heb althans gisteren bij Be Quick—Velocitas niet gevonden dat wat Be Quick—Velocitas-van-vroeger me zoo dikwijls heeft gebracht. O zeker, de oudjes waren er heusch wel. Zat daar niet Frans de Wolf, een steeds zeldzamer wordende verschijning op de voetbalvelden, niet getrouwelijk naast zijn mede-Velocitaan v. d. Hoef, evenals vroeger zijn sarcasme te luchten.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 19 januari 1942

Het moet me van het hart: Dat schaatsenrijden toch maar een mooie bezigheid is. Vooral als je deze sport pleegt bij de Noorder Rondritten. Natuurlijk, ik weet wel, dat het nu niet direct een hapje-voor-na is om daar 72 of 150 K.M. door Ommelanden te krassen, maar heeft u wel eens acht geslagen op de entourage. Die prettige sfeer meegemaakt. Gaat er eens heen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Zaterdag 07 februari 1942
Het moet me van het hart: Dat een gymnastiekuitvoering toch eigenlijk niets anders is dan een soort examen van den gymnastiekleeraar. Nu is het wel zoo, dat wie aan den weg timmert, aan critiek bloot staat, maar ik geloof graag, dat dit gisteravond wel in bijzondere mate het geval is geweest. 
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Woensdag 11 februari 1942

Het moet me van het hart: Dat je naar een bokswedstrijd kunt gaan uit verschillende overwegingen. Zoo, omdat ze voor velen een genoegen vormen. Het ware genoegen, dunkt me, waarop een zekere professor Lubbock doelde, toen hij als zijn meening weergaf, dat ware genoegens vooruit betaald worden. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 23 maart 1942

Het moet me van het hart: Dat ik een aanhanger van Beets geworden ben. Enkel en alleen omdat deze in zijn tijd de zaak zóó goed „door” had, dat hij tot de conclusie kwam, dat men nooit op loon moet hopen. Ga je daar na tien weken vasten naar een goed uitzienden maaltijd en als je nauwelijks eenige hapjes met smaak hebt verwerkt, kom je tot de ontdekking, dat het alles niets anders is dan „aanbrand eetn".

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 13 april 1942

Het moet me van het hart: Dat wij er in Groningen toch maar „bekaaid" afkomen. Geen kampioen eerste klasse, geen kampioen tweede klasse, en misschien alleen maar tweede plaatsen. Maar dat laatste is, wat de hoogste klasse betreft, ook nog niet zeker. Eerst moet GVAV deze week, avond aan avond, het werkwoord doelpunten gaan vervoegen op de juiste wijze.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 20 april 1942

Het moet me van het hart: Dat ik dit weekeinde weer heel wat geleerd heb. In de eerste plaats is me plotseling een licht opgegaan. Reeds herhaalde malen heb ik me in deze zeer aparte rubriek afgevraagd, hoe toch de reagens bij het publiek en spelers zou ontstaan. En nu weet ik het: de oorzaak is een impuls.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Dinsdag 05 mei 1942

Het moet me van het hart: Dat Michelangelo de zaak toch wel goed „door" had, toen hij in zijn tijd beweerde, dat volmaaktheid uit kleinigheden bestaat. Ik neem onmiddellijk aan, dat deze beroemde Italiaan het niet bij woorden heeft gelaten, maar de waarheid van zijn conclusie ook bewezen heeft. Aan welk bewijs ook de sportwereld zich kan spiegelen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Vrijdag 15 mei 1942

Het moet me van het hart: Dat Boerhaave ongetwijfeld Heerenveen tot zijn volgelingen mag rekenen. Deze zeventiende eeuwsche natuuronderzoeker zei het zoo raak, dat eenvoud het kenmerk van het ware is en velen zijn er die de waarheid ervan zullen onderschrijven. Thans vooral, nu duizenden den kampioenswedstrijd Heerenveen - A.G.O.V.V. hebben gezien.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 18 mei 1942

Het moet me van het hart: Dat kleine oorzaken weer eens groote gevolgen hebben gehad. Ik bedoel, dat strafschoppen wegens hands en een weggeloopen speler bij Velocitas toch wel zeer funest hebben gewerkt. In plaats van Sneek te winnen werd daardoor gelijk gespeeld waardoor de nederlaag van gisteren Velocitas definitief onderaan bracht.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Dinsdag 26 mei 1942

Het moet me van het hart: Dat, ja dat er veel van mijn hart moet. Stel U in mijn plaats en bedenk dan dat iemand als de heer Lotsy nog kort geleden verkondigde, dat het Noorden ver achteraan komt bij de andere districten. Hij was zoo wys om een uitzondering te maken voor Heerenveen, als zijnde veruit de sterkste in het Noorden, maar die andere clubs...

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 15 juni 1942

Het moet me van het hart: Dat ik Zaterdagavond in de Harmonie genoten heb van datgene wat de vereenigingen van den Turnkring Groningen mij - en gelukkig zeer velen met mij - hebben voorgezet. Nu wil ik mij natuurlijk niet rekenen tot diegenen van wie Horatius sprak, toen hij zei, dat aan hoogstaande mannen te behagen, geen geringe lof is,

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 22 juni 1942

Het moet me van het hart: Dat er gistermiddag weliswaar niet zooveel athleten en athletes in het Stadspark bijeen waren, maar dat ik toch met genoegen naar den wedstrijd heb gekeken. Zoo hoog van de nog niet gestofzuigerde tribune af biedt het veld een aardig beeld.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Zaterdag 05 april 1947

Het moet me van het hart: Dat het bar koud was in het Be-Quickstadion gisteravond, maar dat het nog kouder zou zijn geweest, indien er niet eenige gloed ware uitgestraald van het gebeuren binnen de lijnen. Zeker, de Zweden demonstreerden meer dan dat ze „echt" een wedstrijd speelden, maar de wilskrachtige en blijkbaar goed getrainde Be Quickploeg heeft het hun lastig genoeg gemaakt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Dinsdag 08 april 1947

Het moet me van het hart: Dat ik nog maar zelden een rede gehoord heb, waarmede ik het zoo eens kon zijn als die welke de K.N.V.B.-voorzitter, de heer K.J.J. Lotsy, op de Zaterdagmiddag in „Riche" gehouden receptie bij het gouden feest van Velocitas heeft gehouden.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 15 september 1947

Het moet me van het hart: Dat we in Groningen nog steeds in een keurslijf leven dat toch wel erg ongemakkelijk zit. Ik bedoel de accommodatie van de terreinen. Speciaal ten aanzien van het Oosterpark voelde ik mij gisteren erg 'benadeeld' en met mij dunkt me duizenden,

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 september 1947

Het moet me van het hart: Dat Vergilius dan beweerd mag hebben, dat het oneven getal geliefd is, maar dat zulks dan blijkbaar ophoudt als het voetbal-, korfbal-, handbal- of wat voor andere elftallen betreft, want gisteren heeft Jan Publiek weliswaar die liefde niet onder banken of stoelen gestoken, maar daar hield het dan mee op.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 06 oktober 1947

Het moet me van het hart: Dat het gisteren op de sportvelden best verblijven was. De zon scheen zo heerlijk, de sfeer was zo blij en ik kan me best voorstellen, dat velen van deze dag genoten hebben. Dat wil zeggen van de natuur. Of het echter ook zo gesteld was ten aanzien van het gebodene waag ik te betwijfelen omdat Hebbel's wijsheid, dat het publiek een vuurwerk toewerd natuurlijk de zonsondergang in 't helaas van toepassing is op de toeschouwers van voetbalwedstrijden.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 13 oktober 1947

Het moet me van het hart: Dat mijn vriend Piet - U weet wel, gentleman every inch en door een hat - hoed is te eenvoudig voor een kleinood, zoals hij draagt  - overluifeld - een keurige „kerel” is. Eigenlijk zou elke tribune er zo eentje moeten hebben, want U weet hoe het gaat bij de wedstrijden. Er zitten mensen van verschillende kleur. Niet uiterlijk, maar in hun hart.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 20 oktober 1947

Het moet me van het hart: Dat de Achilles-supporter, die wanhopig naar zijn haren greep en klagelijk riep „Toe nou Japie”, daarmede kennelijk de kleine Jongman bedoelende, de situatie goed aanvoelde, want het w a s wanhopig en bij mij zelf heb ik de verzuchting geslaakt: „Waar zijn toch de tijden waarin Achilles met een fanatiekeling als Broers een Jan Hasper, met een vinnige Jalving - ik spreek alleen maar van latere tijden - werkelijk vocht voor een goed resultaat,

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 27 oktober 1947

Het moet me van het hart: Dat, hoe goed ook bedoeld, toch de situatie in het Oosterpark nog niet is, zoals ik die graag zou zien. O ik bedoel niet de kampenstrijd op de tribune waarbij een kleine voorzitter-met-bepaalde-voorliefde een Indianen dans maakt als zijn ploeg een doelpunt scoort, nadat de tegenpartij juist een voorsprong heeft weggewerkt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 03 november 1947

Het moet me van het hart: Dat het waarlijk geen ongevaarlijke opdracht is om juist voor vrouwelijk-Velocitas een wedstrijd bij te wonen indien de groen-witten met 1-0 voor zijn komen te staan. Dan is de kans niet gering, dat een overigens zeer charmante knie je lever zwaar op de proef stelt, dan wel een breed, maar vooral enthousiast uitgevoerd arm-gebaar je denkvermogen tracht te desorganiseren.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 10 november 1947

Het moet me van het hart: Dat het gisteren niet alleen om het onvoldoende spel van GVAV is geweest, dat ik me geërgerd heb. Neen, dat was ook om de publieke reactie op sommige beslissingen van de scheidsrechter. Maar ik troostte me weer met de gedachte, dat ook Vauvenargues' woorden „slachtoffers maken is een teken van geringe bekwaamheid” opgeld deed.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 17 november 1947

Het moet me van het hart: Dat kinderen, die ik overigens als een zegen beschouw, toch ook wel lastig kunnen zijn. De Oosterparkerstribune is daar om het te bewijzen. Nu mag het waar zijn, dat hij of zij, die de jeugd heeft ook de toekomst bezit, maar dan staat Oosterparkers een echt levendige en niet bepaald geluidloze toekomst te verwachten.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 24 november 1947

Het moet me van het hart: Dat ik bang ben, dat enkele Heerenveen-spelers gisteravond een slecht sluitstuk aan de Zondag hebben moeten breien. Want wel geloof ik de „bloem” uit het Friesche Haagje best dat Heereenveen „toch kampioen” zal worden, maar de wijze waarop de aanmerkingen en aanmoedigingen aan het adres van Henny, Abe, Frans etc. ontvloden aan hun Fries-bekoorlijke lippen, heeft me toch tot de mening doen overhellen, dat er voor de Friese jongens gisteravond wat op het vuur heeft gestaan.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 01 december 1947

Het moet me van het hart: Dat Quintilianus, indien hij nog op dit overigens niet altijd zo leuke en vooral natte, gure aardrijk had rondgewandeld, ongetwijfeld zou hebben uitgeroepen: „Zie je wel dat ik indertijd gelijk had: terwijl wij overwegen, wanneer wij moeten beginnen (te schieten), is het reeds te laat”. En waarschijnlijk zou hij de Velocitas-midvoor bij diens kraag hebben gegrepen om hem ter staving van zijn bewering als voorbeeld bij zich te houden.……

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 08 december 1947

Het moet me van het hart: Dat, toen ik zo door de mist liep te dwalen rond het grote veld in het Oosterpark en het schimmige gevecht aanschouwde tussen Vlugheid en Kracht en DES, ik me afgevraagd heb of Schiller voorvoeld heeft, dat er zoiets zou komen als een gemeentelijke commissie en daarom zich met een „ik heb hier slechts een ambt en geen mening” af heeft willen maken van critiek.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 15 december 1947

Het moet me van het hart: Dat ik Diogenes wel eens had willen zien, gisteren in het Oosterpark. Zou deze cynise wijsgeer met zijn lampje eerder een voetballer hebben kunnen ontdekken bij GVAV – Leeuwarden dan ik. Of zou hij door de eerste helft zodanig geschokt zijn, dat hij ijlings zijn speurtocht naar een goed mens (voetballer) gestaakt zou hebben en in zijn wijnvat – er was toen blijkbaar ook al woonruimtetekort – zou zijn teruggekropen....

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 22 december 1947

Het moet me van het hart: Dat tussen sport en sport toch wel enig verschil is. Laat ik u dat eens even duidelijk maken. Daar heb je het Oosterpark, waar in de prille ochtenduren gevoetbald en gehandbald wordt en waar, als er eens een paar druppelkens hemelwater vallen ene massa gelijk ene kudde schapen onder een afdakje - eens door een wijs voorzitter van van iets wat gemeenlijk gemeentelijke commissie genoemd wordt, aangebracht - samendringt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 december 1947

Het moet me van het hart: Dat, toen ik daar zo op de Be Quicktribune zat te kleumen en stiekum op mijn horloge keek om te zien, hoe lang het voetbaldrama op dat groene toneel nog moest duren, mijn sympathie is uitgegaan naar Piet Bloemhoff, Veendam's voorzitter. Op hem vooral is van toepassing het schone woord: leiden is voorgaan en dienen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 januari 1948

Het moet me van het hart: Dat HSC terdege het Groninger spreekwoord „gain hunnig zunder waark” als juist bewezen heeft. De zwartjes hebben hard gewerkt voor de zege op GVAV en, weet U wat ik daarbij nou echt leuk vond? Dat ze steeds maar „net als Köster van Garrelsweer, mor weer van veuren af aan” begonnen als ze waren teruggeslagen....

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 12 januari 1948

Het moet me van het hart: Dat een sportloze Zondag zeker zijn bekoring heeft als men maar niet gevangen is door de gewoonte - om 's Zondags wedstrijden te spelen, of te bezoeken - die immers, zo zegt het spreekwoord is, een tyran is.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 19 januari 1948

Het moet me van het hart: Dat Joris van de Bergh en Karel Lotsy de zaak toch wel heel goed hebben bekeken toen ze 'Mysterieuze krachten in de sport' schreven. Welke die krachten dan wel zijn? Ja, vraag dat aan echtgenote of verloofde. Als die een een hoed in het hoofd hebben is 't maar het beste om hem er maar meteen op te zetten ook, want haar zin krijgen ze toch. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 26 januari 1948

Het moet me van het hart: Dat een voetbalwedstrijd toch eigenlijk een raar ding is. Een week lang houdt ie de gemoederen warm - overigens niet onwelkom in deze kille dagen - en dan plots doet het spel zo ijskoud aan, dat je ongeveer tot op je gebeente verkilt ongeacht het aantal textielpunten dat je je om je lendenen hebt weten te gorden.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 02 februari 1948

Het moet me van het hart: Dat het waar moge zij, dat zoals Kant beweert, geen mens zich hartstocht wenst omdat niemand zich in ketenen wil laten slaan als hij vrij kan zijn, maar dat zulks toch niet in alle opzichten opgaat. In elk geval niet bij HSC - Be Quick, want daar rond de lijnen heeft een „hartelijk” publiek sterk naar de „dood” van de een (Be Quick) verlangd om een andere (Heerenveen) te doen leven.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 09 februari 1948

Het moet me van het hart:  Dat toen ik Velocitas daar gistermiddag het veld zag opkomen bij Be Quick, de lendenen fraai omgord met Arsenal-achtige uitrusting voorzien van geweldige rugcijfers en gevolgd door de Engelse trainer Donaghy, de overtuiging bij Piet-mijn vriend en mij aan kracht won dat Be Quick heel wat moeite zou hebben om die Engelse schotel te verorberen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 april 1948
Het moet me van het hart: Dat Mees Toxopeus zich met zn Insulinde dan op zijn best mag gevoelen als de elementen op de Wadden woeden, maar dat hij in dat genoegen toch vrijwel alleen staat. Ik kan me tenminste niet voorstellen, dat de jongelui, die daar temidden van het Friese legioen in de storm achter de bolle blaas hebben gedraafd, daarbij in hun sas zijn geweest. Neen, zoals de Insulinde de zilte baren hebben Heerenveen en Go Ahead de elementen niet kunnen „doorploegen".
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 12 april 1948

Het moet me van het hart: Dat een sportweekend toch haar grote bekoring heeft. Vooral als de zon met een „big smile" op dit aardse neerkijkt. Dan zit je op de tribune bij Velocitas - Oosterparkers en ziet mensen zich in blijheid uitleven. Vriend Hielkema met zijn Oosterparker humor doet het op zijn wijze: luidruchtig en met een snor, welker punten vervaarlijk maar vooral trots ten hemel wijzen als Oosterparkers „de eerste neuten binnen heeft", zoals hij dat pleegde te noemen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 19 april 1948

Het moet me van het hart: Dat Nederland - België me deze keer toch echt wat je noemt „deugd" heeft gedaan. Word ik na afloop netjes in de massa meegedrongen en hoor achter me: „de provincie heeft ons moeten redden". En die hele provincie was dan... Abe Lenstra. Ja, Abe Lenstra was de man, nu niet meer „Us Abe" alleen, maar „onze Abe", de veelbesprokene door de massa; de massa, die bejubelt en.... verguist, sporthelden maakt en.... ze spoedig weer vergeet.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 26 april 1948

Het moet me van het hart: Dat het daar Zaterdag in het Stadspark een janboel was. Maar tja, als Jupiter voor elke zonde der mensheid zijn bliksem slingerde, zou hij in korte tijd ontwapend zijn, zoals Ovidius zegt. Dus.... praote we niet over! Tenslotte zeg ik met Syrus: vermaan een vriend onder vier ogen, prijs hem in het openbaar. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 03 mei 1948

Het moet me van het hart: Dat je je nu wel kunt gaan voorstellen „Amsterdam te doen", maar dat je dan in de eerste plaats je talen goed moet kennen, want er heeft een nieuwe invasie plaats gevonden. Van Belgen vooral, maar ook van Amerikanen en zo, die „ergens buiten de grenzen" Nederlandse guldens op de kop hebben getikt en daar een goede sier van maken, vooral in de bollenvelden. Enfin, niet kwaad worden. Hebben wij hetzelfde niet gedaan voor de oorlog!

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 10 mei 1948

Het moet me van het hart: Dat een voetbalcompetitie - om het even met welk doel ingesteld - net is als een postbode: ze kan lief en leed brengen. Nu eens een postwissel of zo in de vorm van een goeie wedstrijd, dan een brandbriefje van de belastingen in de gedaante van een slechte.... 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Dinsdag 18 mei 1948

Het moet me van het hart: Dat er gelukkig maar een keer Pinksteren per jaar is, want anders zou de krant bij de huidige papierdistributie lelijk in het gedrang komen. „Gelukkig" heeft het Noordelijk elftal dat ook begrepen en medelijden met me gehad. „We zullen weinig stof tot opwekkend schrijven geven", zullen de heren gedacht hebben toen ze het veld ingingen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 24 mei 1948

Het moet me van het hart: Dat ik, omdat ik nu eenmaal Noordeling ben en het bloed kruipt waar het niet gaan kan, met grote spanning afwacht of Heerenveen kampioen van Nederland zal worden. Of de gouden plak nu naar het Noorden zal gaan. Stel je voor! Echt juichen in het Noorden en in de andere districten laughing, on the outside, crying on the inside.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 31 mei 1948

Het moet me van het hart: Dat alles lang niet altijd gaat, zoals dat gaarne gewenst wordt. De meneer, die in Den Bosch zo welluidend zong „Na zes jaren is Heerenveen landskampioen" verkocht - helaas - de huid eer de beer geschoten was. Want wel kon Heerenveen zeggen - met Peacock - het heden is aan ons, maar terwijl wij spelen, eindigt het bezit reeds weer. En de Noordelijken kwamen met lege handen terug.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 07 juni 1948

Het moet me van het hart: Dat een goede zaak eindelijk toch zal triomferen. Ik bedoel daarmee te zeggen, dat ik met veel genoegen kennis heb genomen van de Noordelijke athletiekwedstrijden, welke gisteren gehouden zijn. Daar zit iets in van de opkomende zon, welke inspireert tot nieuwe dadendrang.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 14 juni 1948

Het moet me van het hart: Dat, nu het resultaat van de kampioenscompetitie bekend is, het mij enigszins droef te moede is. Zo graag hadde ik voor het Noorden een Heerenveen-kampioenschap gezien. Maar, het heeft niet zo mogen zijn en dus wachten we maar weer op de volgende keer. „Din mor weer van veuren of aan", zoals Koster van Garrelsweer zei.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 21 juni 1948

Het moet me van het hart: Dat in zo'n Olympische Dag toch een mooi idee schuilt. Ik ga niet zo ver, dat ik, met anderen, beweer: de sterken voor de zwakken en dan doel op de voetballers als trekpleister, maar toch, tjonge een 63000 mensen bijeen te brengen is geen peulschilletje. En in hoofdzaak verrichtten elf voetballers dat.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 28 juni 1948

Het moet me van het hart: Dat Catz de zaak toch wel heel goed „door" had, toen hij een of andere ondervinding uitte in de woorden: „als twee ruilen, moet een huilen". Daaraan moest ik denken toen Bills en Frith daar Zaterdag te Assen in de laatste meters van een lekkere 160 K.M. nog van plaats gingen verwisselen. Wat 'n knapen toch, die motorrijders, al hebben velen ondervonden, dat tussen goede voornemens en de uitvoering van dezelfde een lange weg ligt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 juli 1948

Het moet me van het hart: Dat ik de paardensport wel mag, vooral als het courses in het Stadspark betreft. Je ziet dan niet alleen paarden, maar meer. Er zit in die draverijen meer, iets derby-achtigs. Zoiets van een dames-parade ook. Van ge-new look-te dames dan. 'k Meende, dat textiel en vooral textielpunten schaars waren, maar bij die draverijen wandelen ze bij bosjes rond.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 19 juli 1948

Het moet me van het hart: Dat, terwijl ik daar op de knusse Scheemda-baan zat te soezen - waarschijnlijk onder invloed van een natuurverschijnsel: de zon; werkelijk er was zon! - en rondom mij de paarden al dan niet lustig draafden of hobbelden, mij een visioen is verschenen. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 26 juli 1948

Het moet me van het hart: Dat mensen toch soms eigenaardige wezens zijn. Dan zie je door de bomen het bos niet, dan weer willen ze alleen het bos en niet de bomen zien. Daar in Zuidhorn op het kortebaankampioenschap was weinig strijd, dus geen bos, maar wel prachtig drafwerk van het paard afzonderlijk.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 16 augustus 1948

Het moet me van het hart: Dat alle begin, dat immers zo moeilijk heet, ook de voetballers zwaar op de maag heeft gelegen. 'k Moet zeggen, het was daar knus in het Oosterpark, gezelliger dan ooit tevoren nu het publiek niet meer, zoals vroeger, een verrekijker nodig heeft, om te kunnen zien wat er in de groene arena plaats vindt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 30 augustus 1948

Het moet me van het hart: Dat ik, na twee dagen lang het paard in al zijn glorie in het Stadspark de blikken te hebben zien vangen van duizenden en nog eens duizenden, in de vervolge zelfs de „knol" van mijn groenteboer de waardering zal geven, waarop ie rechtens zijn paard-zijn aanspraak mag maken. Meneer Kamphuis, de ongekroonde koning van dit tweedaagse festijn, heeft er dus een bewonderaar bij gekregen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Woensdag 08 september 1948
Het moet me van het hart: Dat dit weekeinde me veel deugd heeft gedaan. Zat ik daar op de renbaan-tribune - in hoogst charmant gezelschap - te staren naar al die jonge dames en meisjes, die zich uitleefden in de gymnastiek, bij mij zelf denkende en overwegende, dat sport toch werkelijk een „lets" is, levensvreugde, opborrelende uit een fit lichaam en een prettig innerlijk.
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Vrijdag 31 december 1948

Het moet me van het hart: Dat me, nu Gij en ik straks een denkbeeldige sprong zullen maken over een even denkbeeldige lijn, de wijze woorden van Ovidius: „ieder einde is een begin", te binnen schieten. Want is het niet eigenlijk zó, dat de laatste seconde van een voorbijgegaan jaar, tevens het begin inhoudt van een nieuwe periode!

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 08 januari 1951

Het moet me van het hart: Dat de Columbiaanse rechters mannen zijn met een goede kijk op de zaak. Ik scherm zo nu en dan wel eens met wijsheden, welke in de grijze oudheid op de toen in vrede levende, door atoom-, Koreaanse-, wederopbouw-, trolley-, damorganisatiekwesties niet verontruste mensheid werden losgelaten.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 15 januari 1951

Het moet me van het hart: Dat telkens opnieuw blijkt, dat verbeteringen misschien langzaam, maar toch zeker komen. Ook in Sappemeer. 'n Keurige inrichting is dat HSC-veld nu. En een groot verschil met dat wel knusse, maar toch wat erg „houterige" en bekrompen gevalletje van weleer. Niet, dat ik het daar, toen ik nog - o, gelukkige tijd! - zelf achter de bolle blaas huppelde, niet leuk vond. Daar niet van.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 januari 1951

Het moet me van het hart: Dat ik liever uren lang langs de lijnen sta te kijken naar het gekke gecapriool van hand-, voet-, hockey-, of tennisbal dan vergaderingen bij te wonen. Wat mogen sommige mensen toch graag praten en wat bedelft een vloed van woorden gauw zaak-kernen. Soms goedbedoeld, soms ook uiting van het wantrouwen, dat, zoals Byron zegt, een wapenrusting is, welke meer belemmert dan beschermt.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 januari 1951

Het moet me van het hart: Dat de meneer, die gisteren op de tribune bij Velocitas - Sneek riep: „Velo, pas op het kampioenschap!" met dat bittere sarcasme toch eigenlijk precies vertelde wat er rondom voetbal-elftallen gebeurt: jubel als het goed gaat, verguizing in donkere tijden. Nee, dan die bekende ijzerhandelaar uit „stad", die niet moe werd zijn ploeg aan te moedigen, toen „'t nait lukken" wilde. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 februari 1951

Het moet me van het hart: Dat alles toch werkelijk nog-niet is, zoals men het zou wensen. Neen, ik bedoel noch de Kabinetscrisis, nocn de belasting (De heer Lieftinck heeft trouwens heus geen propaganda nodig en de wedstrijden brengen toch wel aardig wat in zijn filiaal-laatjes) maar wel de sport. Sport maakt kerels, heet het, maar soms vraag je je af of dat wel altijd op gaat.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 19 februari 1951
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 26 februari 1951

Het moet me van het hart: Dat zo'n echt mooie zonnige Zondag als die van gisteren toch een grote bekoring uitoefent. Hij lokt je het huis uit, de natuur in. En ons Stadspark is natuur. En temidden daarvan dartelen weliswaar geen lammeren, maar wel even lieflijke meisjes. Lopende en springende achter een (hand)bal. Even speels, maar soms wat minder zacht dan de a.s. schaapkens zulks plegen te doen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 maart 1951

Het moet me van het hart: Dat, indien Shakespeare gelijk heeft met zijn bewering als zouden mensen van weinig woorden de besten zijn, een van Groningens wethouders, luisterende naar de naam Roelfsema, dit dan moge bedenken, want het was uniek, zoals hij een verklarende tekst gaf bij het verloop van de wedstrijd GVAV-HSC.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 12 maart 1951

Het moet me van het hart: Dat het spel, hetwelk „mij lust is en weelde", toch ook eigenaardige reacties kan veroorzaken. Neem het biljarten, een spel van zet en tegenzet, van liefkozende, welberekende „aaitjes", maar ook van forse, strategische stoten. En bij beide zit het publiek in rustige overpeinzing de loop der ballen te volgen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 19 maart 1951

Het moet me aan het hart: Dat ik het helemaal niet leuk vind zoals onze vrienden in De Bilt het weer indelen. Goed, wind en regen moeten hun beurt hebben, maar waarom juist zij een weekeinde krijgen is mij niet recht duidelijk. De hele sportboel komt er door in de war.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Donderdag 29 maart 1951

Het moet me van het hart: Dat, toen daar dan gisteravond het licht boven het Oosterpark werd ontstoken, ik stillekens de hoop heb uitgesproken, dat het, figuurlijk, zijn warmte en kleur zou blijven geven aan het Groninger, het Noordelijk voetbal.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 02 april 1951

Het moet me van het hart: Dat van alle April-moppen ik die in Ooster- en Stadspark toch heus de best geslaagde heb gevonden. En wat zijn er een mensen ingelopen! Honderden, meneer! Maar de Groningers zijn fijne lui. Hebben het zonder meer „genomen" toen ze, inplaats van de beloofde eerste klassers, wat lui in voetbaltenue zagen rondhuppelen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 09 april 1951

Het moet me van het hart: Dat indien juist is dat een mens zich eerst in zijn ware gedaante vertoont in of tijdens het spel, hier op dit ondermaanse toch maar rare wezens rondlopen. Of ze nu een volleybal-, windhonden- of voetbalcomplex hebben, het is al eender. De meest ingetogene kan bij volleybal zijns ondanks ontploffen als een goede smash ergens in hem een veer doet springen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 16 april 1951

Het moet me van het hart: Dat recepties toch alleraardigste gebeurtenissen zijn. Je stelt je feestelijk in een prettige omgeving en hoort niet anders dan aardigs en leuks verkondigen over het „feestvarken". Oosterparkers neme mij natuurlijk niet kwalijk, dat ik hier deze kwalificatie gebruik, maar feest was het en tenslotte is een varken ook een bijzonder nuttig onderdeel van de grondstof, welke ons in staat moet stellen in dit, de laatste tijd wel wat erg regenachtige ondermaanse te blijven voortleven.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 23 april 1951
 Het moet me van het hart: Dat die Abe, U weet wel: uit Heerenveen, eigenlijk een hoge baan moest hebben bij de Gezondheidsdienst. Hij heeft, zonder ook maar een enkel woord van aansporing en alleen door zelf te komen, een kleine tienduizend mensen zo maar Lente-vitaminen laten slikken.
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 04 juni 1951

Het moet me van het hart: Dat Melati van Java wel gelijk heeft gehad met de bewering, dat er overal iets te bewonderen valt, als men er maar naar zoekt. Het duidelijkste bewijs van de juistheid van die stelling heb ik horen leveren door die Friezen die, langs de lijn bij Heerenveen—DWS zittende, zich blij hebben vastgeklampt aan de wetenschap, dat „er nu geen buitenlanders meer in Heerenveen spelen".

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 11 juni 1951

Het moet me van het hart: Dat Karel, Henny, Kees, Johan, Lammert en Piet, zoals de heren Lotsy, Valkema, v.d. Meulen, Mulder, Steinfoorte en Kraak gemeenlijk worden aangesproken door hun intimi, daar op het duivenplatje van de Heerenveen-tribune, mekaar wel eens zullen hebben aangekeken.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 02 juli 1951

Het moet me van het hart: Dat ik een hoge dunk van de politie heb. 'k Vind ze nogal kerels. Oók omdat ze voor sport voelen en er aan dóen. Ome Jack, in het dagelijkse leven Brigadier Smit, is trouwens een uitstekend promotor. En niet alléén door zijn imponerend uiterlijk, maar tevens door zijn voorbeeld, zijn enthousiasme. 

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 10 september 1951

Het moet me van het hart: Dat het toch maar wat gezellig is nu de wintersport weer draait. Als je zo naar de zon-bestoven arena's trekt, is het alsof bazuinen schallen, je in feestroes brengen en een stemming van „er is iets nieuws" veroorzaken.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 oktober 1951

 Het moet me van het hart: Dat ik Zaterdag voor het eerst heb begrepen waarom uit die beroemde song „Cool Water" altijd via prachtig kwelende stemmen zulk een heftig verlangen opklinkt. Ik heb nu „verstaan" wat het voor de cowboy moet zijn in de dorre prairie te zwerven zonder een dronk van het kostelijke nat.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 november 1951

Het moet me van het hart: Dat ik nog steeds zoekende ben naar de werkelijke bedoeling van de scheidsrechter, toen hij zo demonstratief naar zijn voorhoofd wees op een moment dat het publiek joelde voor een strafschop bij de tackle van een der Deventenaren in de wedstrijd GVAV—Go- Ahead.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 12 november 1951

 Het moet me van het hart: Dat Pluvius blijkbaar al even voetbal-minded is als het overgrote deel van de bewoners dezer atoombommen, vredesvliegen-afvangerij, tekort-van-dit en tekort-aan-dat geteisterde aardplaneet. Hij stoort zich niet aan hockeyers, korfballers, handballers of wat voor andere ballers dan ook,

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 24 december 1951

Het moet me van het hart: Dat het kleine kereltje, met Moe gezeten op de tribune bij Oosterparkers - Be Quick, eigenlijk in die ene met schelle stem uitgestoten zielekreet, de betekenis van het gebeuren binnen de lijnen heeft samengevat.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 31 december 1951

 Het moet me van het hart: Dat de concentratie, nodig voor de denkbeeldige sprong, welke U en ik straks over die denkbeeldige scheidingslijn tussen 1951 en 1952 gaan maken, slechts zeer gedeeltelijk slaat op het feit, dat ik al weer op weg ben naar „een jaar ouder", maar vooral voortvloeit uit het fluïdum, dat zijn oorsprong vindt in het voorbij gegane.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Vrijdag 01 januari 1954

 Het moet me van het hart dat ik onderstaande tekst gevonden heb onderin een oude naaidoos van mijn oma. Waarom heeft ze dit bewaard op dat stiekem plekje? Wanneer is het geschreven? Wie heeft het geschreven?

Weet je meer, mail dan naar perschef@hetmoetmevanhethart.nl

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 04 januari 1954

Het moet me van het hart: Dat ik, toen ik zo door het sneeuwgordijn naar GVAV - Enschede zat te kijken. Onwillekeurig aan wijlen Moltke heb moeten denken. Deze „ijzervreter" zei in zijn tijd, dat alleen de flinke mens op den duur geluk heeft. Enne, zeg nou zelf, zo heel erg flink waren die Groningers gisteren direct niet.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 11 januari 1954
Het moet me van het hart: Dat de mens - en ik reken mij zodanig graag - soms toch voor gekke situaties kan komen te staan. Denk je een fijne vrije Zondag te hebben, met thee, koekje, afwas en zo, en dan belt de R.O.N. je met het vriendelijk verzoek aan een vragerijtje mee te doen.
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 14 maart 1966

Het moet me van ’t hart: Dat ik voor een onopgelost probleem zit. Ik heb, bij GVAV- Fortuna, geprobeerd de beweegredenen te peilen van datgene wat de spelers op de groene grasmat — troetelkindje van onvolprezen Cas Laggelo — in het Groninger Oosterpark neerlegden.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 15 augustus 1966
Het moet me van het hart: dat ik het uitdelen van de eerste klap door Cambuur - ze moge dan een overwinning op FC den Bosch betekenen en misschien meer dan een daalder waard zijn - toch niet van overtuigende aard heb gevonden.
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 22 augustus 1966

Het moet me van het hart: dat voetbal wel eens gekke dingen kan brengen, maar dat ik nog maar zelden heb meegemaakt hoe g(oedbetaalde) v(oetballers) a(ls) v(erdwaasden) in het veld staan.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 29 augustus 1966
Het moet me van het hart: dat de noordelijke „lagere" devisionisten het toch maar knap gedaan hebben.
-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 05 september 1966

Het moet me van 't hart: Dat Leeuwarden weliswaar knappe psychologen telt, maar nog knapper is in het stellen van problemen.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 12 september 1966

Het moet me van het hart: Dat de Franse schrijver en wijsgeer Pascal misschien niet direct een optimist is geweest toen hij vaststelde, dat het enige wat ons in onze ellende troost, verstrooiing is, maar dat al -wie rondom zich kan zien toch -weet, dat er in zijn verzuchting iets waars zit.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 03 oktober 1966

Het moet me van het hart: Dat, terwijl zij misschien graag zouden willen weten hoe John D. Rockefeller aan zijn financiële positie is gekomen, Gerrit van Tilburg en Ole Fritsen, die steunpilaren dienen te zijn voor GVAV, dè oplossing eenvoudigweg langs zich laten gaan. Rockefeller zelf heeft het immers helemaal niet onder stoelen of banken gestoken, vind ik.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-
Maandag 10 oktober 1966

Het moet me van 't hart: Dat ik het een zeer aangename taak vind twee personen bij u te mogen inleiden, wier grote bescheidenheid eerdere publikatie van hun jubilea in de weg heeft gestaan. Ik doel op Harrie G. de Boer, die zijn wigwam ergens in het stroomgebied van het Winschoterdiep heeft betrokken, en op Jac. W. Veldkamp, die voor zijn groeiende importantie in Grijpskerk de nodige ruimte heeft gevonden.

-/-/-/-/-/-/-/-/-/-/-